Een leven in drie foto’s

Wat hebben we nog van onze overgrootouders? Drie foto’s, misschien zeven. Een voorzichtig beeld van mensen in een andere tijd, door ons meer herkend als archetypen van de vroege 20e eeuw dan als familieleden van vlees en bloed. Zo weinig over van zo’n heel leven.

Anno nu komen we terug van drie weken vakantie met 800 foto’s en vijf uur film. Ongemerkt leggen we van ons leven een archief aan, groter dan we zelf ooit nog kunnen beheren.

Ik ken iemand die van de eerste vijfentwintig jaar van zijn leven twee fotoalbums heeft samengesteld: deel 1 – jeugd, deel 2 – studietijd. Zijn studentenliefdes zijn eruit gecensureerd, die zouden pijnlijk zijn voor zijn vrouw. De geschiedenis uit mededogen herschreven.

Ergens ben ik jaloers op de wilskracht om zo streng te selecteren. Mijn rijen fotoalbums en voorraden oningeplakte zooi vormen voor mijzelf een schatkamertje. Maar later? Dan gooien mijn achterkleinkinderen alles weg en houden de foto’s die ze zelf een keer hebben gemaakt op mijn 80ste verjaardag. Drie. Of misschien zeven.