Interview Joris Smit (CultuurPers)

Het Nationale Toneel speelt Jeanne d’Arc van Friedrich Schiller en herneemt gelijktijdig Tasso van Johann Goethe. In beide stukken speelt Joris Smit, in Tasso zelfs de titelrol. We gaan met hem in gesprek over Duitse romantici, Sallie Harmsen, het nieuwbakken Nationale Theater en het belang van op je bek gaan. Lees verder op www.cultureelpersbureau.nl (via Blendle of Cultuurpers-abonnement).

(Foto: Sabrina Bongiovanni)

Interview Drie Zusters: 27 mei t/m 5 juni

Tsjechovs hulpeloze, poëtische wezentjes – drie actrices over Drie Zusters

Drie Zusters van Tsjechov in de regie van Theu Boermans is terug bij het Nationale Toneel. Tweeënhalf jaar na de oorspronkelijke uitvoering speelt het stuk negen keer exclusief in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Over alle drie de “zusters” is nieuws te melden. Anniek Pheifer (Masja), Ariane Schluter (Olga) en Sallie Harmsen (Irina) vertellen over hun loopbaan en over Tsjechov.

Mary Dresselhuysprijs

Anniek Pheifer kreeg onlangs in tv-programma Opium de prestigieuze Mary Dresselhuysprijs uitgereikt door Petra Laseur. Wat betekent de prijs voor haar?

‘Het is een eer, en een leuke verrassing. Of het nieuwe deuren voor me opent weet ik niet, dat moet blijken. Maar het is erkenning, en een compliment. De prijs bevestigt dat ik een goed pad ben ingeslagen. Als ik dit had geweten toen ik 16 was, was ik gek geworden.’
Ariane Schluter: ‘Ik vond het mooi hoe je hem in ontvangst nam, het was een ontroerend moment. Je had er geen rekening mee gehouden.’
Pheifer: ‘Nee, en het heeft ook geen invloed op hoe ik nu speel.’

Ze was naar de studio gelokt onder het voorwendsel dat ze over de Masja-rol zou praten met eerdere vertolkers Laseur en Nettie Blanken. De prijs was een verrassing, maar ook zonder dat voelde Anniek Pheifer al druk voor de uitzending met toneelcoryfeeën Nettie Blanken en Petra Laseur.
‘Ik was zenuwachtig! Ik hoopte maar dat ik voldoende informatie en bagage had, was bang om onnozele dingen te zeggen. Het is jammer dat het gesprek over Masja uiteindelijk niet heeft plaatsgevonden.’

‘Wat ik met het prijzengeld ga doen weet ik nog niet. Het is bedoeld voor ontwikkeling. Ik ga in elk geval een cursus Duits volgen. Als ik in Duitsland audities doe wil ik dat mijn Duits er beter uitkomt.’
Razend actueel

Heeft Pheifer iets met Tsjechovs tijdgeest van rondhangen op een landgoed?
‘Tijdgeest, nee… ik vind het razend actueel! Nu hangen we niet meer rond op een landgoed, maar in een wereld waar alles niet opkan.’
Sallie Harmsen: ‘Het stuk is zo herkenbaar, het gaat over verlangen dat je zelf niet kunt inlossen. Het is een filosofische bespiegeling op de mensheid.’
Schluter: ‘Ieder zusje staat voor een fase in het leven. Masja is getrouwd, zij zit in een vacuüm waar ze uit wil breken. Olga heeft alles al meegemaakt en legt zich erbij neer dat het niet beter zal worden dan dit.’
Pheifer: ‘Ze heeft niet álles meegemaakt, ze is nooit getrouwd.’
Schluter: ‘Nee, dat is waar. Maar dat was wel haar diepste verlangen. Irina droomt nog, heeft nog idealen. Zij wil werken.’
Harmsen: ‘Maar ook voor haar is het een zoektocht naar zingeving. Er is geen inlossing.’

Omgaan met de zinloosheid

Schluter: ‘Masja wéét denk ik het beste van de drie dat er geen zin is, maar ze blijft toch zoeken. Olga ook, die zegt aan het eind: ze zullen ons vergeten, ze weet dat de vervulling niet zal komen, maar ze hoopt dan toch nog dat hun levens zin zullen hebben in de generaties erna.’
Harmsen: ‘Toezenbach (Irina’s verloofde) is misschien degene die het leven het meest omarmt. Hij weet: het leven heeft geen zin, maar dat is niet erg.’
Pheifer: ‘Ze hebben allemaal een andere manier om om te gaan met de zinloosheid. Ik vind het mooi dat je in elk van de personages iets van jezelf herkent.’

Anniek Pheifer in Drie Zusters. Foto Carli Hermès/Unit CMA
Anniek Pheifer in Drie Zusters. Foto Carli Hermès/Unit CMA

Katja Herbers

Sallie Harmsen neemt de Irina-rol over van Katja Herbers, die in de Verenigde Staten is gaan werken. Is het moeilijk in een bestaande cast te starten?
‘Nee, integendeel, ik word heel goed door de anderen ondersteund, opgevangen en gevoed.’
Ariane Schluter: ‘Het is ruim twee jaar geleden dat we het speelden hè, het voelt voor ons ook een beetje nieuw.’
Anniek Pheifer: ‘Het gebeurt helemaal niet dat we soms denken “ja maar Katja zei dat altijd zo”. Het is lang genoeg geleden en Sallie is een heel goede, natuurlijke Irina.’
Harmsen: ‘Theu regisseert het ook gedeeltelijk opnieuw.’

Schluter: ‘Drie Zusters is echt een ensemblestuk, een soort web. Alles heeft met alles te maken.’
Pheifer: ‘Je kunt het bijna niet per scène repeteren omdat er altijd wel weer een personage doorheen komt uit een andere scène. Dat vind ik fantastisch.’

Heel erg het echte leven

Harmsen speelde nooit eerder Tsjechov, ook niet op de toneelschool. ‘Ik heb het wel gelezen natuurlijk. Wat mijzelf in Tsjechov aantrekt is het filosofische aspect. Het zet aan tot nadenken, tot praten. Het is een beetje intellectueel, dat vind ik een kutwoord, maar het gaat meer over denken dan over voelen. Voor mij is Tsjechov rationeel. Het is eerst filosoferen, en dat leidt tot voelen.’
Schluter: ‘Het is denken, gevoed door voelen. Het stuk gaat eigenlijk over de vraag: waartoe zijn wij op aarde?’
Harmsen: ‘De personages staan stil. Ze denken, ze praten, maar ze handelen niet. Ik vind het mooi dat het heel erg het echte leven is. Laatst, aan het begin van een repetitie, hield Theu een van zijn psychologische bespiegelingen, op de liefde, en tijdens die monoloog stonden wij twintig minuten lang allemaal een beetje te staan. En ik keek om me heen en ik dacht : dit ís gewoon Tsjechov.’

Toneel is de bron

Ariane Schluter (Olga) verliet onlangs het Nationale Toneel om meer ruimte te hebben voor film en andere projecten. Ze komt nog één keer terug voor Drie Zusters.
‘Ik voel het niet als een afscheid. Ik ben niet meer in vaste dienst, niet meer deel van het gezelschap, maar ik speel hier misschien nog wel eens als gast. Ik kom iedereen toch wel weer tegen.’

‘In een vast ensemble spelen ging niet goed samen met filmen. Ik film nu veel, maar ik wil heel graag in het theater blijven spelen. In januari speel ik weer met Mug met de Gouden Tand en daarna staan nieuwe projecten op stapel. Toneel blijft voor mij de bron, daar kan je het meeste met taal. Het proces, het repetitielokaal, live spelen, ik zou het niet willen missen. Je kunt filmen en toneel niet vergelijken, maar – en dat is misschien een cliché – de combinatie is het allerleukst.’

Steeds nieuwe betekenissen

‘Ik merk wel, nu we Tsjechov weer doen: sommige zinnen komen anders aan dan twee jaar geleden.’
Sallie Harmsen: ‘O ja? Wat gaaf!’
Schluter: ‘En dat heeft misschien te maken met melancholie. Het is terugkijken, letterlijk.’
Anniek Pheifer: ‘Ik heb dat wel gehad met De Kersentuin waar ik een aantal jaar geleden in speelde. Dat je iedere avond ergens in het land op het toneel staat en die zinnen hoort, en ineens denkt “jéétje ja”. En dat denk je elke keer over een andere zin. Zo’n bijzinnetje van Soliony (legerkapitein in Drie Zusters), daar hoor je opeens een betekenis in die je nog nooit hebt gehoord.’

Harmsen: ‘Alle invalshoeken worden voor mij belichaamd door een personage. Daarom zijn er ook zo veel personages.’
Schluter: ‘En Tsjechov kiest niet. Hij doet iedereen heeft evenveel recht en geeft iedereen evenveel mededogen.’
Harmsen: ‘Én evenveel onredelijkheid.’
Pheifer: ‘Ik vind al die mensen zo ontroerend.Het is het gevecht dat wij allemaal dagelijks leveren.’
Harmsen: ‘Ontroerend én grappig. Hulpeloze, poëtische wezentjes. Zo’n Koelygin (Masja’s man) die maar blijft zeggen dat hij content is met zijn leven…’
Schluter: ‘Als Koelygin écht zou weten dat zijn vrouw niet van hem houdt, zou hij actie moeten ondernemen. Hij verdringt het. ‘
Harmsen: ‘Dat is een manier om te overleven.’
Pheifer: ‘Koelygin denkt: als ik niet content ben, dan moet ik iets doen. En dat kan hij niet. Het is net zoiets als mensen die zeggen dat ze elke dag nog net zo verliefd zijn op hun vrouw als in het begin. Dat wantrouw ik. Dat kan helemaal niet. Dan stop je weg hoe het eigenlijk is.’

  • Drie Zusters van het Nationale Toneel, 27 mei tot en met 5 juni, Koninklijke Schouwburg, Den Haag.
  • Ook met Mark Rietman, Antoinette Jelgersma, Vincent Linthorst, Hans Croiset, Tibor Lukács, Jaap Spijkers, Anne Lamsvelt, Pieter van der Sman, Tom Jaspers en Sebastiaan Frowijn.
  • Informatie en kaarten www.nationaletoneel.nl/driezusters

Oorspronkelijk gepubliceerd op CultuurPers.

Johan Doesburg (rechts) en Dries Vanhegen. Foto Frans van Hilten

Genesis: het grote Johan Doesburg-interview

Adam en Eva. Noach. Babel. Jozef. Een compleet Bijbelboek giet Johan Doesburg in zijn afscheidsvoorstelling bij het Nationale Toneel. ‘Genesis’ duurt inclusief pauzes 6 uur, telt 65 sprekende personages en speelt met de ruimte van het Scheveningse Zuiderstrandtheater. Maar de scheidend regisseur wil er vooral twee verhalen mee vertellen. In gesprek met Johan Doesburg en acteur Dries Vanhegen, wiens personage Jacob een bijzondere rol in het stuk vervult. Lees verder op www.cultureelpersbureau.nl.

Firma MES - TROEP (foto Joris Jan Bos)

Toneelrecensie: TROEP van Firma MES

Bewaren deugt niet, weggooien is fout: komisch lesje zelfreflectie van Firma MES

Vijfentwintig procent van de mensen heeft een kamer waar ze niet meer in kunnen omdat hij te vol staat met spullen. Dat is benauwend en het is dan ook geen wonder dat sommigen hun toevlucht nemen tot het andere uiterste: radicaal consuminderen. Toneelgroep Firma MES volgt in TROEP Barbara, een vrouw die wil leven met niet meer dan acht voorwerpen. Net als boeddhistische monniken. Dat levert een heerlijk, geestig stuk op dat ernstig aan het denken zet en dat laat zien hoe afstand doen net zo beklemmend kan worden als bewaren.

Een keukentrapje in de vorm van een pandabeer. Een frietzakje van aardewerk in een ijzeren standaard. Een goudkleurig plastic Boeddhabeeldje waar een waxinelichtje in moet. Het is echte troep waar Roos Eijmers, Lindertje Mans en Daan van Dijsseldonk tussen staan op de speelvloer van Theater aan het Spui.

Firma MES is een jong Haags toneelgezelschap, gespecialiseerd in locatietheater en out-of-the-box-concepten, zoals voorstellingen op de Scheveningse pier en in seksclub Mayfair. De laatste tijd houden zij zich bezig met de spullen die mensen vaak ongewild verzamelen. Het leverde al een ruilbeurs voor ongewenste cadeautjes op en één voor kleding. Mans zong bovendien op de Parade liedjes gemaakt van marktplaatsadvertenties (‘Marktplaatsmuziek’). Toen de leden van Firma MES de restanten van een van de ruilbeurzen naar de kringloop brachten, ontmoetten ze Barbara. Deze Haagse vrouw van 42 doekt haar hele inboedel op omdat ze heeft besloten te gaan leven als een Thaise monnik: met niet meer dan acht spullen.

Oerlelijke mok

De acteurs vertellen over hun contacten met Barbara en kruipen af en toe in de huid van de personages. Eijmers wordt Barbara, Mans haar vriendin Wilma die niet weet of ze ‘nog zo’n obsessie van Barbara wel aankan’ en Van Dijsseldonk echtgenoot Rob, die niets begrijpt van Barbara’s probleem en steeds verder buiten haar wereld komt te staan. Daartussendoor spelen de drie ook zichzelf, wanneer ze discussiëren over herkenbare dilemma’s. Is het beledigend om een ongewenst cadeautje van een dierbare gever weg te gooien, of is het juist onbeschoft van de gever om zichzelf via die oerlelijke mok permanente aanwezigheid te verschaffen in jouw kamer? De knappe vervlechting van scènes en discussies geeft Barbara’s lotgevallen de geloofwaardigheid van het ‘waargebeurde verhaal.’

Het thema is voor iedereen herkenbaar. Wat zou je zelf bewaren als je maar acht spullen mag hebben? Telt een paar sokken voor één of voor twee? De acteurs maken elk hun eigen lijstje. Eijmers smokkelt er als negende nog een haarbandje bij ‘als het mag’. Mans: ‘O, dan ik nog die iPhone!’

Opruimcoach

TROEP is vaak ontzettend grappig, maar zet ook aan het denken. Wie honderden voorwerpen telt, alleen al in zijn zithoek – ‘waarommmmm,’ neuriën de Thaise monniken als een mantra – kan zich beklemd gaan voelen. De weggooiwoede wordt echter ongemakkelijk naarmate hij dogmatischer wordt. Minstens zo eng als de ontoegankelijk volle kamer is de wel erg opgeruimde opruimcoach (‘als ik ze eenmaal zover heb dat ze hun fotoalbums weggooien, is de rest een peulenschil’).

En daarmee duwt Firma MES ons wezenlijke vragen onder de neus. Is onthechting inderdaad de weg tot een oprechter bestaan, of is het, net als extreme sporten, een uitdaging geworden voor verwende mensen in een uitdagingsloze samenleving? Een allerindividueelste zoektocht naar het allerindividueelste geluk, waaraan anderen mogen worden geslachtofferd? Met die laatste kant wordt Barbara’s man Rob op pijnlijke wijze geconfronteerd als zij besluit dat ze beter zichzelf kan zijn zonder een ander erbij.

Door de manier waarop de acteurs het publiek direct aanspreken en de lichtvoetigheid waarmee zij het thema voor het voetlicht brengen is TROEP een feestelijk en komisch lesje zelfreflectie. Alles wat je een jaar niet hebt aangeraakt moet de deur uit, heeft ook schrijver dezes al vaak te horen gekregen. Maar de dwangmatigheid van het onthechten wekt op den duur irritatie en het is dan ook bevrijdend dat een van de acteurs in een woede-uitbarsting een lans breekt voor het recht om dingen te bewaren. Gewoon, omdat je dat wilt.

TROEP van Firma MES, gezien: try-out, 6 november 2014
Informatie en speellijst: www.firmames.nl/projecten/troep

Oorspronkelijk gepubliceerd op www.cultureelpersbureau.nl.

(Op de foto: Roos Eijmers. Foto: Joris Jan Bos)

Sallie Harmsen en Joris Smit in Tasso (foto Kurt van der Elst)

Interview Sallie Harmsen en Ivo van Hove

“In een wereld zonder kunst zou ik me onmiddellijk verhangen” (Sallie Harmsen).

Mijn eerste artikel voor voor journalistencoöperatie Cultuurpers: een interview met Sallie Harmsen, actrice bij het Nationale Toneel, en Ivo van Hove, directeur van Toneelgroep Amsterdam. In het artikel ga ik op onderzoek naar de zin van toneelstukken over kunst: Tasso en Blauwdruk voor een nog beter leven van het Nationale Toneel, The Fountainhead van Toneelgroep Amsterdam. Lees het artikel op www.cultureelpersbureau.nl.