Habanera

‘O, afgrond van geheim!
O, geheim van de afgrond!’

Een paar weken geleden een heb ik vriendin geholpen met het vertalen van een Russisch gedicht, ‘Habanera’ van Joeri Falik (1936-2009). Het koor Cappella Amsterdam zong dit als lied tijdens een concert met de Letse chef-koordirigent Sigvards Kļava.

Tot mijn verrassing trof ik het gehele gedicht met mijn naam eronder in het programmaboekje aan:Habanera in programmaboekje

‘En van de bokalen malagawijn beginnen
De hoofdjes van de vrouwen en de chrysanten te tollen’.

Stadshart

De stad is geplaveid met jou
Geen stap gezet of ik trap
Mijn herinnering op de staart

De huizen, statig, doen me omzien
Naar het vooruitblikken van toen
Dromen, waarin steeds
jouw schaduw waart.

(Gepubliceerd in project Dicht in de buurt van Dagblad Trouw
en in de bundel Dicht in de buurt – Zuid-Holland)

De gracht

De nachtelijke gracht
Is het platteland van de stad
Hier heerst de weidsheid
En de sneeuw valt er altijd nog even door
Als hij in de rest van de stad
Al door de voeten van het uitgaansvolk tot pulp is getrapt.
Op de stille gracht
Ruikt het naar doorrookte balken
Zoldering, prehistorisch houtvuur op de
Godverlaten hei.
Tot vergetelheid vergane vrienden
Keren weer als ijle vlokken
Onder gindse straatlantaren.

(Gepubliceerd in project Dicht in de buurt van Dagblad Trouw
en in de bundel Dicht in de buurt – Zuid-Holland)

Bundel: De Uil en de Nacht

Deze bundel is in 1997 in eigen beheer verschenen en niet meer verkrijgbaar.

De Uil en de Nacht (omslag)

Inhoud:

De Uil en de Nacht
Winterlied
Двери
Radionieuwsdienst
Leiden NS
Hollands landschap bij avond
Last Man’s Poem
Muurschrift in een tunnel
Количество
Het verdriet
Найти
En attendant Diablot
Hephaistos
Verdenking
Middelburg I
De zon I
De zon II
Koude morgen
Richtingsgevoel
Open einde

De Uil en de Nacht (titelblad)

De Uil en de Nacht

(voor Pieter)

Een uil huilt hoog
Boven de boog
Boven de hoge gotische boog
Huilt de uil buiten
Bang en boos
Zijn groot en glanzend
Gotisch oog
Straalt als een sterre
Sterre der Zee
Hoort, hoort!
Ginds bij de poort
De glansooguil huilt
De motregen druilt
Droevegeestelijk langs de toren
En wie goed hoort
Bij de duistere poort
Kan de uil huilen horen.

1993
Bundel ‘De Uil en de Nacht‘, 1997